Terug thuis heb ik eerst een tijdje liggen suffen. Maar al snel kreeg ik zin om wat te gaan lezen. Vier jaar lang had ik vooral gelezen omdat het moest: cursussen, boeken en artikels, de ene keer al wat moeilijker dan de andere, soms interessant maar meestal niet, en bijna nooit spannend. Ik herinnerde me dat ik vroeger heel veel las. De parochiebibliotheek om de hoek was de eerste bron, daar vond ik de boekjes van Pietje Puk zo leuk. Later gingen we naar de openbare bibliotheek, waar ik bewerkingen vor de jeugd van De drie musketiers en Robinson Crusoe ontdekte. Echte avonturenverhalen, heel spannend. En nog later, de schoolbibliotheek, met echte jeugdliteratuur van Jan Terlouw en Tonke Dragt enzovoort, maar ook al echte volwassen literatuur. Ik weet niet meer wat ik toen allemaal gelezen heb. Maar ik herinnerde me, op die zomerdag in 2000, dat ik vroeger heel graag las, dat ik het geweldig vond om in een boek te kruipen en alles om me heen te vergeten. En dat gevoel wou ik terugvinden.
Ik ging voor de boekenkast staan, en kreeg het dikste en zwaarste boek in het oog: Oorlog & Vrede, van Leo Tolstoy. Een klassieker. Dé klassieker, zou je zelfs kunnen zeggen. Ik nam het boek in handen. De pagina's waren flinterdun, de tekst was gezet in een klein corps. Het rook ook een beetje vreemd, zoals de meeste boeken die in de jaren '70 zijn gedrukt. Ik drukte het aan m'n hart, ging in de tuin zitten, en kwam terecht in het Rusland van de negentiende eeuw.
*
* *
* *
wat een cliffhanger!
BeantwoordenVerwijderenWe want more :-)
BeantwoordenVerwijderenIk kijk al uit naar het vervolg!